Alpe d’Huez en zijn 21 bochten

Alpe d’Huez en zijn 21 bochten vormen het mekka van de Tour de France en het is een onmisbare passage van deze wereldberoemde wedstrijd. 21 borden geven het ritme aan tijdens de 14 kilometer tellende rit met een hoogteverschil van 1120 m.

Tijdens de zomer doen ongeveer 300 fietsers elke dag deze legendarische beklimming. Meer dan 7000 wielertoeristen nemen elk jaar deel aan de beproeving van de Marmotte (begin juli) en 2000 fietsers ontvangen een diploma die deze rit officieel maakt.

Als er 1 rit is die je éénmaal in je leven moet gedaan hebben, is het wel de beklimming van Alpe d’Huez, in het hartje van de Oisans.

Geen publicatie geselecteerd

De beklimming van Alpe d’Huez in cijfers

  • Aantal bochten : 21
  • Vertrek Bourg d’Oisans : 717 m
  • Aankomst Alpe d’Huez : 1860 m
  • Hoogteverschil : 1121 m
  • Afstand : 14,454 km
  • Gemiddelde hellingsgraad : 7,9%
  • Maximum hellingsgraad : 14%
  • Recordtijd beklimming : 37’35”, gemiddelde snelheid van 23,08 km/u (Marco Pantani in 1997)

Parcours in profiel

Profil de la montée de l'Alpe d'Huez

De beklimming bocht per bocht

Van bocht 21 tot bocht 17 2 Km Heel moeilijk niveau

Na een opwarming op de mooie rechte stukken in de vallei van Oisans, bereikt u de voet van de beroemde beklimming van Alpe d’Huez. 10 m na de startlijn, begint het harde werk … en kunt u vaarwel zeggen aan de vlakke stukken ! Vertrekkende op 737m, wacht er u een eerste stevige portie tot aan de bocht 21 (op 806 m) met vervolgens een geduchte klim tot aan de bocht 17 op 965 m.

 

Van bocht 16 tot bocht 14 4 Km Moeilijk niveau

Eénmaal deze bocht voorbij bereikt u het dorp La Garde en kunt u gedurende 200 m een beetje bijkomen op een minder steile helling. De gelegenheid voor de sportievelingen om snelheid te maken en voor de minder sportieve fietsers om op adem te komen alvorens de bocht 15 te bereiken (1025 m) van waaruit het terug klimmen geblazen gedurende meer dan 1 km. Ter hoogte van bocht 14 op de linkerkant, bevindt zich het monument ter nagedachtenis aan Joachim Agostino,

 

Van bocht 13 tot bocht 6 9 Km Moeilijk niveau

Via een licht vlak stuk bereikt u het gehucht Ribot d’en Bas (onderaan) en u zult onmiddellijk begrijpen waarom het volgende gehucht Ribot d’en Haut (bovenaan) noemt. Op 1161m hoogte bereikt u de bocht 12, gevolgd door een snelle aaneenschakeling van de bochten 11, 10 en 9 die voor elkeen een echte fysische test vormen. Ultiem moment van een matige moeilijkheidsgraad en aankomst in Saint-Ferréol (1390m – kerkhof van Huez) waar de dorstigen kunnen genieten van het frisse water van de fontein. Vervolgens klim en doortocht van het dorp Huez.

 

Van bocht 5 tot bocht 2 9 Km Heel moeilijk niveau

Van bocht 5 tot bocht 2 is het terug trappen geblazen tot de kruising met de naam « Patte d’oie » en vanaf hier is er nog een laatste aaneenschakeling van 3 bochten op een helling identiek als deze van het eerste gedeelte.

 

Van bocht 1 tot aankomst 9 Km Gemakkelijk niveau

De klim naar het eindstation verloopt via de zeer brede bocht 1 (1713m), waarna u Vieil Alpe bereikt en onder de tunnel fietst. Ter hoogte van het chalet Le Camigane, zult u met plezier de rode vlam zien die de laatste kilometer aanduidt alvorens de top te bereiken, met een vlakker stuk tussen de twee ronde punten. Nog 300m en u heeft de 21 bochten gereden van de meest legendarische rit in de fietswereld.

 

De winnaars

  • 1952 Fausto Coppi (Italie)
  • 1976 Joop Zoetemelk (Pays-Bas)
  • 1977 Hennie Kuiper (Pays-Bas)
  • 1978 Hennie Kuiper (Pays-Bas)
  • 1979 Joachim Agostinho (Portugal)
  • 1980 Joop Zoetemelk (Pays Bas)
  • 1981 Peter Winnen (Pays-Bas)
  • 1982 Beat Breu (Suisse)
  • 1983 Peter Winnen (Pays-Bas)
  • 1984 Luis Herrera (Colombie)
  • 1986 Bernard Hinault (France)
  • 1987 Federico Echave (Espagne)
  • 1988 Steven Rooks (Pays-Bas)
  • 1989 Gert-Jan Theunisse (Pays-Bas)
  • 1990 Gianni Bugno (Italie)
  • 1991 Gianni Bugno (Italie)
  • 1992 Andrew Hampsten (USA)
  • 1994 Roberto Conti (Italie)
  • 1995 Marco Pantani (Italie)
  • 1997 Marco Pantani (Italie)
  • 1999 Giuseppe Guerini (Italie)
  • 2001 Lance Armstrong (USA)
  • 2003 Iban Mayo (Espagne)
  • 2004 Lance Armstrong (USA)
  • 2006 Frank Schleck (Lux)
  • 2008 Carlos Sastre (Espagne)
  • 2011 Pierre Rolland (France)
  • 2013 Christophe Riblon (France)
  • 2015 Thibaut Pinot (France)
  • 2018 Geraint Thomas (Grande Bretagne)